History 101
De Japanse auto: Hoe begon het?
De geschiedenis van de Japanse auto begon in 1911, toen werd DAT Motor Co. opgericht, wat later veranderde in de naam Datsun. Dit is nu bekend als Nissan.
De tweede autofabrikant uit Japan werd Toyota. Wat begon als een textielmaker, eindigde in een autofabrikant van wereldformaat.
Toyota begon niet met het maken van auto's voor het volk, maar met leger voertuigen met subsidie van de regering.
Japanse auto's van voor de Tweede Wereldoorlog waren gemaakt om te lijken op Europese modellen. Zo was de Mitsubishi Model A gebaseerd op de Fiat A3-3.
De Mitsubishi Model A word gezien als de eerste massa geproduceerde auto uit Japan, met een oplage van 22 auto's.
De Nissan's uit de jaren 30 waren gebaseerd op de Engelse Austin's, Toyota haalde hun inspiratie voor de AA uit Amerika, met hun versie van de Chrysler Airflow.
In 1925 kwam de eerste niet-Japanse autofabrikant in Japan. Ford maakte een fabriek in Yokohama, 2 jaar later deed GM hetzelfde in Osaka. Tussen 1925 en 1936 maakte de Amerikaanse autofabrikanten 208967 auto's voor de Japanse markt, tegenover 12127 auto's van de Japanse fabrikanten.
Na de 2e Wereldoorlog was de automarkt gebaseerd op vrachtwagens, vanaf de jaren 60 namen personenauto's het over.
De jaren 60 en verder
In de jaren 60 maakte een nieuw soort auto zijn opmars in Japan: de Kei car. Dit is een kleine auto die veel financiele voordelen oplevert, zoals minder belasting en goedkoper om aan te schaffen.
Aan die voordelen zitten wel strenge regels vast. Zo mocht de auto in de jaren 60 niet langer zijn dan 3m, niet breder dan 1,3m en niet hoger dan 2m. De motor moest een 360cc viertakt of een 240cc tweetakt motor zijn. Tegenwoordig zijn de regels nog steeds streng, maar nu mogen de auto´s 3,4m lang, 1,48m breed en nog steeds 2m hoog zijn. De motorinhoud is nu 660cc en mag maximaal 64pk hebben.
De eerste kei car was de Subaru 360, door de komst van deze auto konden veel mensen in Japan een auto kopen, wat de automarkt een enorme boost gaf.

Nadeel aan de Kei car was de grote, er kon geen hele familie in mee. Daarom waren de jaren 60de auto's met 700-800cc motoren populairder. Later werden de motoren vergroot naar 1000cc in de jaren 70.
Door de vraag naar meer auto's in Japan en de groeiende export groeide de markt snel. Export ging van 100.000 auto's in 1965 naar 1.827.000 in 1975 en dit groeide nog meer, dit doordat Toyota en Honda hun auto's gingen verkopen in de VS en in de jaren 80 was de Japanse markt bijna even groot als de Europese en Amerikaanse.
In de jaren 90/00 werd Japan de grootste automarkt van de wereld door de goedkope, betrouwbare en populaire auto's. Dit is nu iets afgezwakt door de komst van Chinese/Koreaanse/Indiase autofabrikanten, maar de markt blijft groot.
In 2008 passeerde Toyota General Motors en werd de grootste autofabrikant ter wereld.
Vandaag de dag heeft Japan de derde grootste automarkt ter wereld en de is de grootste autoproducent ter wereld.
Belangrijke auto's uit de Japanse geschiedenis:
- Nissan Leaf : Eerste massageproduceerde auto die volledig elektrisch is, Wereld Auto van het Jaar 2011
- Toyota Prius : Best verkochte hybride auto en Wereld Auto van het Jaar 2005
- Mazda HR-X : Eerste waterstof auto (in samenwerking met een Wankelmotor)
- Mazda RX-7 :Meest massageproduceerde auto met een Wankelmotor
- Datsun Z : Best verkochte Japanse sportauto serie
- Mazda Cosmo Sport: Eerst massageproduceerde auto met Wankelmotor
- Toyota Corolla : Best verkochte auto ter wereld.